In de Commedia verwijst Dante Alighieri (1265-1321) vaker naar ‘il Casentino’, het mooie dal ten oosten van Florence, gelegen tussen het Pratomagno gebergte en de Romagnolo-Toscaanse Apennijnen. Alles wijst erop dat hij deze bosrijke streek uit eigen ervaring kende en met tal van plaatsen vertrouwd was. Aan de noordelijke punt van het dal liggen vlak onder de top van Monte Falterona (1654 m) de bronnen van de Arno, terwijl in het oosten de eenzame berg La Verna (1128 m) ligt waarop Franciscus de stigmata ontving. Tussen beide plekken in bevindt zich de beroemde kluizenarij van Camaldoli, gesticht door Romualdus (1104 m), waarboven de Archiano ontspringt. De dalbodem strekt zich uit van het kasteel van Romena in het noorden tot ver voorbij het kasteel van Poppi in het zuiden, met in het midden de vlakte van Campaldino waar Dante in 1289 meevocht in een woeste veldslag tegen de Aretijnen. Het dal loopt dan verder richting Arezzo, de mooie stad die Florence de heerschappij over de Casentino betwistte.
Reisleider Kees den Biesen geeft elke dag een korte inleiding op wat zijn reisgenoten gaan zien en meemaken. Hij laat zich daarbij o.a. inspireren door Frans van Dooren’s lezenswaardige Met Dante door Italië. Reizend in het voetspoor van de dichter, maar ook door wetenschappelijk onderzoek naar de samenhang tussen de geografische en historische context van Dante’s leven en de voornaamste thema’s van zijn grote werken. Onderweg worden passages daaruit gelezen en besproken, die sleutels verschaffen tot de opeenvolgende etappes van een tocht die letterlijk in Dante’s voetstappen treedt en in wezen ‘open’ wil zijn—open voor de directe persoonlijke ervaring en beleving van wat zich vanzelf allemaal aandient.
Klik hier voor een overzicht van het programma.